De afgelopen jaren is fors gesneden in de hypotheekrenteaftrek. Buitenstate geeft een overzicht van de huidige beperkingen en geeft antwoord op de vraag: Wordt de hypotheekrenteaftrek nog verder beperkt?
De overheid is al meer dan vijftien jaar drukdoende de hypotheekrenteaftrek steeds verder in te perken. Al eind jaren negentig was dit een terugkerend politiek issue. Niet alleen kost de hypotheekrenteaftrek de overheid veel geld, maar ook gingen stemmen op dat mensen met een hoger inkomen ook een hogere aftrek genoten (want vallen in 52% belastingschijf). Men vond dit niet eerlijk.
2001: maximaal 30 jaar hypotheekrenteaftrek
Een van de eerste beperkende maatregelen werd in 2001 ingevoerd, toen werd bepaald dat u uw hypotheekrente maximaal 30 jaar mag verrekenen met uw inkomstenbelasting.
2004: de Bijleenregeling
De volgende beperking werd in 2004 ingevoerd: de Bijleenregeling. Door de Bijleenregeling is sindsdien iedereen die zijn huis met overwaarde verkoopt, verplicht om de overwaarde opnieuw te investeren in het nieuwe/aan te kopen huis. Wie dat niet doet, heeft geen recht meer op (volledige) aftrekbaarheid van de hypotheekrente.
2013: alleen hypotheekrenteaftrek bij aflossing
Per 2013 wordt geen hypotheekrenteaftrek meer gegeven op hypotheekvormen waarbij de schuld niet wordt afgelost. Voorbeelden hiervan zijn de spaarhypotheek en de aflossingsvrije hypotheek. Hypotheken die voor 2013 zijn afgesloten worden gerespecteerd en blijven recht geven op hypotheekrenteaftrek.
2014: maximaliseren hypotheekrente aftrek
En per 2014 werd gestart om het maximale tarief waar tegen betaalde hypotheekrente kon worden afgetrokken, af te bouwen met 0,5 procent punt per jaar. In 2017 bedraagt het maximum nog 50%, en in 2041 wordt naar verwachting de ‘bodem’ van 38% bereikt.
Na de verkiezingen verwachten we meer fiscale beperkingen. Daarover wordt al enige tijd gesproken en naar verwachting wordt dit ook onder een nieuw kabinet verder doorgezet. Buitenstate houdt u op de hoogte! Tot slot nog een laatste advies: bewaar altijd uw hypotheek administratie. Ook al gaat het vaak om decennia terug, op sommige momenten kan het goed van pas komen.
Rekenvoorbeeld
Mensen verhuizen. En bij wisseling van woning loopt men tegen de grootste beperkingen aan. Hoe ziet dat eruit in een rekenvoorbeeld?
Stel u heeft een woning van € 230.000. Na tien jaar verkoopt u deze woning voor € 290.000 en koopt u een nieuwe woning voor € 340.000. Nog weer tien jaar later verkoopt u de woning ook weer voor € 340.000. U koopt een nieuwe woning van € 440.000. Hoe zit het nu met uw renteaftrek (als de hypotheek net zo hoog is als de waarde van de woning)?
UITLEG
Bij aankoop heeft u te maken met 1 beperking: de rente over € 230.000 moet u in maximaal 30 jaar fiscaal verrekenen. Bij aankoop van de tweede woning houdt u € 60.000 (€ 290.000 minus € 230.000) over aan verkoop van de oude woning. De Bijleenregeling stelt dat u dit opnieuw moet investeren in de nieuwe woning. Voor uw nieuwe woning moet u € 280.000 financieren (€ 340.000 - € 60.000). Van deze lening is de rente over € 230.000 nog twintig jaar aftrekbaar en de rente over € 50.000 nog dertig jaar aftrekbaar.Bij de tweede verkoop (en de derde aankoop) houdt u geen extra overwaarde over aan de verkoop van de oude woning. De rente over 100.000 euro mag u nog dertig jaar aftrekken.
Meer informatie over dit onderwerp?
Het contactformulier wordt verstuurd…
Foutje
Er ging iets mis op de server. Probeer het nog eens.
Bedankt!
Wij zullen indien nodig z.s.m. reageren.
> Terug naar het overzicht