Woonboerderijen: broedplaats voor ondernemers

Allereerst: het is altijd fijn als de ondernemer ook eens ‘klant en koning’ is. En dat is hij op de markt van te koop staande woonboerderijen. Want de keuze is groot en de prijzen zijn nog nooit zo laag geweest. En dat geeft enorme mogelijkheden. Wie bijvoorbeeld denkt dat een woonboerderij onbetaalbaar is, heeft het volslagen mis. Het is de afgelopen jaren steeds aantrekkelijker geworden om te kopen.

Een klein rekenvoorbeeld. Neem een woonboerderij uit 2008. De mediane (gemiddelde) transactieprijs lag toen nog op 528.000 euro, de huizen stonden gemiddeld 160 dagen te koop en het verschil tussen vraag- en transactieprijs was 5,6%. Momenteel is de mediane transactieprijs 394.000 euro. Woonboerderijen zijn sinds decennia niet zo goedkoop geweest en de doorlooptijd nog nooit zo lang. Bovendien is het verschil tussen vraag- en transactieprijs bijna 10%. Er kan dus stevig onderhandeld worden. Wat het kopen van een woonboerderij ook enorm aantrekkelijk heeft gemaakt, is de verlaging van de overdrachtsbelasting. Stel je koopt een woning voor 400.000 euro. In 2008 betaalde je nog 6% overdrachtsbelasting en was je zo 24.000 euro armer. Momenteel bedraagt de overdrachtbelasting slechts 2%, dus 8.000 euro. Scheelt zo even 16.000 euro! En ook de hypotheekrente is historisch laag. We slim shopt, kan terecht voor 4% voor tien jaar vast. Vijf jaar geleden lag dit percentage nog rond de 6%. Een eenvoudige rekensom wijst uit wat dit scheelt in de maandelijkse lasten!

Mag je als ondernemer wel vanuit een woonboerderij ondernemen? Het antwoord luidt: zeker, en de regels worden steeds flexibeler. Een praktijkruimte of kantoor aan huis heeft nooit problemen opgeleverd. Maar ook andere werkzaamheden worden steeds meer getolereerd. Zelfs is de officiële regelgeving rond ‘ander werk dan agrarisch werk op het platteland’, de afgelopen jaren enorm versoepeld. Neem als voorbeeld de regelgeving rond de plattelandswoning. 

De boerderij houdt nu voor de wet het karakter van een bedrijfswoning, maar kan toch door iemand anders worden bewoond. Tegelijkertijd hoeven agrarische bedrijven in de omgeving niet bang te zijn voor klachten van omwonenden over overlast. Als agrariërs stoppen met hun bedrijfsvoering, kunnen ze nu gewoon in hun huis blijven wonen en worden ze hierin niet belemmerd door strenge milieuwetgeving. 

Iedere gemeente gruwt van leegstand. Daarom is er de nodige onderhandelingsruimte bij het vestigen van een bedrijf op een woonboerderij. Dit ook getuige het feit dat er bijvoorbeeld de afgelopen jaren ruimte is gegeven aan meer dan 800 zorgboerderijen in woonboerderijen in Nederland. Gemeenten zijn steeds meer geneigd om flexibel met bestemmingsplannen om te gaan.