Veranderingen belastingen bij (door)(ver)koop huis

Bij de koop van een huis moet een koper over de koopprijs 6% overdrachtsbelasting betalen. Als een huis in korte tijd voor een hogere prijs wordt doorverkocht, hoeft bij de tweede keer alleen over het verschil overdrachtsbelasting te worden betaald.

Een voorbeeld: A koopt een huis van B voor een koopprijs van € 200.000. A betaalt hierover een bedrag van € 12.000 aan overdrachtsbelasting. A verkoopt drie maanden later het huis aan C voor een koopprijs van € 220.000. C betaalt dan overdrachtsbelasting over een bedrag van € 20.000, dit is € 1.200.

De berekening uit het voorbeeld gold tot 1 januari 2011 voor doorverkopen binnen zes maanden. In 2011 wordt deze termijn opgerekt naar twaalf maanden. Hiermee wil het kabinet de woningmarkt stimuleren. De regeling geldt alleen voor woningen, niet voor andere panden en grond.

Vaak spreken verkopers en kopers bij doorverkoop af dat het voordeel ten goede komt aan de verkoper. Met voordeel wordt bedoeld het verschil tussen de overdrachtsbelasting die de eerste en de twee keer wordt betaald. In het voorbeeld is het voordeel: € 12.000 -/- € 1.200 = € 10.800. C moet dan dit bedrag betalen aan A.

Per 1 juli 2011 pakt deze afspraak over het voordeel anders uit. De Belastingdienst telt vanaf dan namelijk, het voordeel dat een koper aan een verkoper betaalt, op bij de koopsom. Een koper moet dan overdrachtsbelasting betalen over een hoger bedrag. Dit levert een ingewikkelde berekening op. Netwerk Notarissen heeft een rekeninstrument ontwikkeld waarmee we voor u kunnen berekenen wat dat deze wijziging voor u betekent.