Speel met licht in donkere dagen

Zoveel mogelijk daglicht toe laten, is niet zo complex. Een eerste logische stap is: zorg dat de ramen vrij zijn. Verwijder te veel of te grote objecten van de vensterbank, schuif vitrage, gordijnen en andere raambekleding open.  Maak de gordijnrails een flink stuk breder en hoger dan het raam, dan worden ramen ook optisch groter. Houd de kozijnen en vensterbanken wit, en het liefst ook de vloer en wand.  Snoei begroeiing die daglicht tegenhoudt, en plaats binnen op een strategische plaats een spiegel zodat het daglicht wordt gereflecteerd in het huis. Is het nog te donker in huis, denk dan eens aan meer rigoureuze oplossingen als: daklicht, lichtstraat, transparante serre of vergroten van een raam.

Lichtsoorten 

Bij het maken van een slim lichtplan komt meer kijken. Allereerst: specialisten onderscheiden verschillende soorten verlichting:

• Basisverlichting. Dat is bijvoorbeeld de plafondlamp (aangesloten op de centraaldoos) plus een tweede lamp, zoals een staande lamp  of inbouwspots waarmee  een ruimte gelijkmatig wordt verlicht. Het is een noodzakelijke verlichting. Als het tijd is voor gezelligheid, borrelen, loungen en de open haard, is het handig om deze basisverlichting te dimmen.  Ook is het fijn om een (plafond)lamp te kiezen die naar het plafond straalt en niet direct naar beneden, de zogenaamde ‘uplighter’. Licht dat via het plafond terugkaatst, geeft een prettige sfeer zonder schaduwpartijen.
• Accentverlichting. Dit zijn de spots die een kunstwerk uitlichten, de leeslamp, of een schermlamp. Deze verlichting maakt het gezellig. Maar is ook nuttig (bij het lezen van een boek) of het accentueren van een belangrijk iets in de huiskamer, een mooie foto, schilderij of ander ‘piece of art’.
• Sfeerverlichting. Deze verlichting doet wat de naam al zegt: sfeer creëren. Een kaars, het haardvuur, gedimd licht. Maak het gezellig en zorg voor de finishing touch met sfeerverlichting. 

Een lichtplan is bedoeld om een uitgekiende schets te maken van (kunst)verlichting. Maak een plattegrond van de ruimte waarin ook de meubels, ramen en deuren zijn ingetekend. Kijk naar de functie van de ruimte. Is het een hobbykamer waarin wordt geknutseld, genaaid of getimmerd? Dan kunt u sfeerverlichting achterwege laten. Nuttig licht in de vorm van basis- en accentverlichting zijn dan belangrijk.

Speel met de verlichting. Begin bij de basis(verlichting) en daarna de accentverlichting. Zorg voor een mooi contrast van licht en donker, maak het licht zo mooi, maar ook zo functioneel mogelijk. Als laatste wordt een deel van de sfeerverlichting ingetekend. Het overige deel, wordt bewaard tot het eind: de styling van de ruimte.

Welke armatuur en welke lamp?

Als u dat leuk vindt, kunt u best de armaturen laten opvallen. U hoeft niet alle lampen in dezelfde stijl te houden, maar afwisseling met bijvoorbeeld een gek lampje (muis of aap die lamp vasthoudt bv) maakt een interieur boeiend. Zorg er voor dat het geen ratjetoe wordt. 

Bij lampen spreken we tegenwoordig automatisch over ledlampen.  Maar hoe selecteert u de goede lampen en wat betekenen al die codes op de verpakking?

• Wattage (W) helpt om de lichtsterkte te kiezen.
• Voltage (V) geeft aan of het lampje werkt op laagspanning (12V) of direct uit het stopcontact 230V.
• Lumen (lm) is de hoeveelheid licht
• Kelvin (K) geeft de lichtkleur aan. Standaard is dit 2700K, vergelijkbaar met het warmwitte licht van een gloeilamp. Minder Kelvin wordt de kleur oranje/rood. Meer Kelvin: het licht wordt helder, maar ook ‘kouder’ minder sfeer dus. 

Cijfer- en lettercombinaties zoals E27 en GU10 verwijzen naar de fitting en het formaat van de lamp. Vervangt u een gloei- of halogeenlamp door een ledlamp dan heeft u dezelfde fitting (en vorm). Een schroeffitting wordt E27 (groot) of E14 (klein) genoemd. De meest voorkomende fittingen met pinnetjes zijn GU4 en GU10.

TIP

 Op sommige lampen zijn lettertjes en cijfertjes lastig te lezen. Maak een foto en gebruik de zoomfunctie als geheugensteuntje tijdens het winkelen.