Over de kip en het ei...

Wat is er mooier dan een broedse hen, die 21 dagen geheel van de wereld lijkt te zijn en zich alleen nog maar bekommert om het uitbroeden van nakomelingen. Of dat nu haar eigen nageslacht is, of dat van een ander. Daar zit een kip niet mee. Waar ze wel mee zit, is als ze continu gestoord wordt. Rust is een eerste vereiste. Laat kippen bij voorkeur op een rustige plek broeden. Ze zal alleen haar nest verlaten om te eten en te drinken als er niemand in de buurt is.

Maak je geen zorgen als de hen soms geruime tijd van het nest is: het luchten van de eieren is precies zoals het hoort. Het ei scheidt allerlei gassen af die uitgewisseld worden tegen zuurstof. Laat de natuur ook haar gang gaan tegen de tijd dat de eieren moeten uitkomen. Onder de kip heerst een vochtige atmosfeer die nodig is om het ei niet te laten uitdrogen. Haal aan het einde van de broedperiode maximaal 1 keer per dag lege eischalen weg, en doe dat bij voorkeur alleen. Eieren die langer dan 23 dagen onder een broedende hen liggen, moet je weghalen, die komen niet meer uit. Vaak zijn deze eieren bedorven en zitten vol bacteriën die voor allerlei narigheid kunnen zorgen.

Het is vrij normaal als slechts de helft van een broedsel (of nog minder) uitkomt. Het kan zijn dat een ei niet bevrucht is; het kuiken is dood; er zijn storingen geweest in temperatuur en/of vochtigheid tijdens het broeden; er zijn eieren later bijgelegd of het kuiken is misvormd. Een kuiken uit het ei helpen, is geen goed idee. Vaak zijn dit zwakke of misvormde beestjes die geen overlevingskans hebben.

Kortom, ook al is de kip een gedomesticeerde vogel, laat de natuur vooral haar gang gaan. Kippen zijn slimmer dan we denken. Zo hebben ze een geheel eigen, complexe rangorde, en communiceren ze door middel van spraak. De kippenvocabulaire bevat in ieder geval 30 tot 40 verschillende kippenwoordjes,  waarvan je sowieso een heel scala kunt horen als de hen haar kuikens voor etenstijd roept.