Het einde van het belastingjaar nadert. Tijd om een kleine (rest)hypotheek af te lossen; te verkopen of juist nog even te wachten en het maximale uit je hypotheek te halen: doe uw voordeel met deze vijf ijzersterke BUITENSTATE tips.

1. Verkoop schuldenvrije woning

Bent u van plan om binnenkort een schuldenvrije woning te verkopen en niet direct een nieuwe woning aan te kopen? Wacht daar dan nog even mee tot na 1 januari 2016. Verkoopt u de woning vóór die datum, dan valt de koopsom namelijk in 2016 in box 3 en telt mee voor de vermogensrendementsheffing. Stel, u verkoopt op 22 december 2015 uw woning voor € 350.000 en er is geen schuld. Over de verkoopsom dient dan in 2016 € 4200 (€ 350.000 x 1,2%) aan inkomstenbelasting te worden betaald. Verkoopt u de woning op bijvoorbeeld 6 januari 2016, dan valt de koopsom pas in 2017 in box 3 – als u het bedrag dan tenminste  nog op de bank hebt staan. U realiseert dan een belastinguitstel, en zelfs een belastingafstel voor het gedeelte van de verkoopopbrengst dat u uitgeeft in 2016 (en op  1 januari 2017 dus niet meer op de bankrekening staat).  

2. Aflossen van een kleine (rest)hypotheek

Het einde van het jaar is altijd een goed moment om eens kritisch naar uw eigenwoningschuld te kijken. Aflossen kan soms duizenden euro's per jaar schelen, vooral als uw spaargeld praktisch renteloos op de bank staat. Omdat uw spaargeld van box 3 naar box 1 verhuist, scheelt dat bovendien jaarlijks nog eens 1,2%! Wacht echter niet te lang. De bank heeft tijd nodig om je aanvraag administratief te verwerken. Echter: los nooit zomaar af, maar maak eerst een berekening! En: hebt u een (bank)spaarhypotheek of heeft u plannen om een duurder huis te kopen? Dan is aflossen in de regel niet verstandig!

3. Betaal eigenwoningrente vooruit

Valt u volgend jaar in een lager belastingtarief, bijvoorbeeld omdat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt? Betaal dan de eigenwoningrente over de eerste zes maanden van 2016 nog dit jaar (maar alléén de rente die betrekking heeft op de periode tot en met 30 juni 2016 en vooral niet méér, anders wordt de aftrek over 2015 alsnog beperkt tot de rente tot en met december 2015). Als u rente vooruit betaalt, moet u vooraf schriftelijk met de bank overeenkomen dat het bedrag niet in een depot wordt gestort en dat u het reeds betaalde bedrag niet kunt terugvorderen. U kunt een bank overigens niet dwingen om vooruitbetaling te accepteren. Doet de bank niet mee, dan is vooruitbetalen dus niet mogelijk. In dat geval kunt u onderzoeken of het aantrekkelijk is om de hypotheekrente te verlagen. De boeterente die u daarvoor moet betalen, is ineens aftrekbaar (feitelijk is het vooruitbetaalde rente).

4. Haal het maximale uit uw hypotheek

Heeft u een bankspaarhypotheek, dan kan een extra storting in de bankspaarpot voordeel opleveren. In vrijwel alle gevallen is de rente daarvan hoger dan op je gewone bankrekening. Bovendien bespaart u 1,2% belasting in box 3 over het gestorte bedrag als je totale box 3-vermogen hoger is dan de vrijstelling. Echter: stort nooit bij zonder dit met de bank af te stemmen. De hoogste storting mag namelijk niet hoger zijn dan tien maal de laagste (berekend op jaarbasis). Als het eindkapitaal door de extra stortingen niet hoger mag worden, moet de bank de hoogte van de vervolgstortingen aanpassen of de looptijd verkorten.

5. Blijverslening voor senioren

Bent u senior, niet ouder dan 75 jaar en wilt u uw woning levensloopbestendig maken? Gemeenten kunnen een zogenoemde ‘Blijverslening’ aanbieden aan senioren die de overwaarde in hun koopwoning willen gebruiken. Voorwaarde is dat de huiseigenaar de lening gebruikt om de eigen woning levensloopbestendig te maken, bijvoorbeeld met een slaapkamer op de begane grond.

De Blijverslening kent twee varianten: consumptief en hypothecair. 

Voor de consumptieve Blijverslening is geen overwaarde in de koopwoning nodig. Dat betekent dat de actuele hypotheek niet lager hoeft te zijn dan de actuele woningwaarde. De aanvrager mag niet ouder zijn dan 75 jaar. De lening bedraagt hooguit € 10.000, in tien jaar terug te betalen. Voor bepaalde aanpassingen aan de woning, zoals de installatie van een traplift, kan de huiseigenaar ook subsidie krijgen vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).

Voor de hypothecaire Blijverslening is wel overwaarde nodig. De actuele hypotheek en Blijverslening mogen samen niet hoger zijn dan 80 % van de huidige WOZ-waarde van de woning. Het gaat om een lening van maximaal € 50.000, die de huiseigenaar in tien of twintig jaar terug moet betalen. De afsluitkosten bedragen € 850. Er geldt geen leeftijdsgrens.

Gemeenten mogen zelf bepalen of zij deze lening gaan verstrekken. Ze mogen ook de voorwaarden aanpassen. Zo’n zestig gemeenten zijn serieus geïnteresseerd in de Blijverslening, zo meldt het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten die de Blijverslening heeft ontwikkeld.


Meer informatie over dit onderwerp?


Het reactieformulier wordt verstuurd Het contactformulier wordt verstuurd…

Foutje

Er ging iets mis op de server. Probeer het nog eens.

Bedankt!

Wij zullen indien nodig z.s.m. reageren.



> Terug naar het overzicht