Buitenstate actief met herbestemming

‘De komende jaren komen door demografische ontwikkelingen veel agrarische gebouwen vrij. Er is vaak geen opvolging voor het boerenbedrijf en deze gebouwen in het buitengebied zijn vaak moeilijk bruikbaar voor andere doeleinden. In de komende twintig jaar zullen volgens onderzoek circa 24.000 agrarische bedrijven stoppen; ik verwacht dat dit er nog meer zullen zijn omdat in het onderzoek alleen op basis van ‘leeftijd zonder opvolger’ is geselecteerd. De boerderijen van de stoppers zijn steeds vaker  boerderijen met grote stallen ongeschikt voor nu gangbare vormen van wonen en werken. De circa 24.000 bedrijven laten maar liefst 32 miljoen m2 aan woon- en bedrijfsgebouwen achter. Als de verwachtingen uitkomen, zorgt dit voor een leegstand van 15 miljoen m2 aan bedrijfsgebouwen. Als we dit getal vergelijken met de problematiek in de kantorenmarkt, dan hebben we het hier maar liefst over een factor 2! Leegstand is een probleem voor zowel de pandeigenaren als voor de gemeente als ook voor de banken. Eigenaren krijgen hun vastgoed niet of moeilijk verkocht, binnen de gemeente treedt verloedering op van de openbare ruimte en de banken zien -zeker bij bedrijven met weinig grond- steeds vaker een deel van hun geld niet terug. Kortom: een oplossing voor deze agrarische gebouwen is een uitdaging voor iedereen.’

Wat zijn de oplossingen?

‘Er is naast verkopen of laten verloederen ook nog een derde oplossing en dat is een nieuwe invulling. Daarom wordt binnen Aelmans Adviesgroep al enige tijd onderzoek gedaan naar deze situatie. Onderzoek vindt plaats samen met hogescholen in Brabant en Limburg, gemeenten en provincies.  Geconcludeerd dient te worden dat in het verleden het ’laaghangend fruit’ is geplukt omdat initiatieven voor sloop en herbestemming meestal vanuit diverse overheden werden gefaciliteerd. We hebben nu een overheid die niet meer voorop kan of wil lopen en dus meer aan de markt over laat. Dat noopt tot een veel creatievere en pro-actievere opstelling vanuit de markt. Zo dient er al in een vroeg stadium bezien te worden welke locaties ‘ruimte bieden’ voor agrarische doorontwikkeling, welke in aanmerking komen voor sloop en waar terugbouw van woningen kan plaatsvinden. Tot slot zijn er ook locaties die herbestemd kunnen worden en waar nieuwe combinaties van wonen en werken of wonen met een semi-agrarische activiteit kunnen worden gerealiseerd. Uiteindelijk zal op micro-niveau (directe omgeving) maatwerk geleverd dienen te worden om het leegstandprobleem beheersbaar te maken. Kantoor Aelmans beoogt een tool te ontwikkelen waaruit snel duidelijk wordt hoe een specifieke agrarische locatie benaderd moet worden: een stappenplan voor makelaars dus.’